zondag 3 april 2011

Hoe werkt de wetenschap? 002 Afbakening

Kennis is zo oud als de mensheid. Letterlijk. Wij noemen onszelf Homo Sapiens, omdat wij denken dat ons denken ons het meest onderscheidt van onze voorgangers. Evolutionaire processen gaan heel langzaam en geleidelijk. Om toch een tijdsindicatie te hebben: Homo Sapiens 200.000 jaar. Vaardigheid is ouder. Veel ouder, zo'n dikke factor tien. Homo Habilis 2.500.000 jaar. Dus grofweg 90% vaardigheid, 10% kennis. Ervaring is nog veel ouder, veronderstelbaar voor alle levensvormen met associatie tussen waarneming en gedrag. Sociale cohesie en mimesis (in de zin van nabootsing van gedrag) zijn noodzakelijke voorwaarden om kennis en vaardigheden over te dragen.

Elke vraagstelling behoeft zorgvuldige afbakening. Binnen het enorme gebied van kennis en vaardigheden verdient slechts een heel klein deel de benaming wetenschap. Het vermogen vuur te maken moet voor onze verre voorouders van onschatbare waarde geweest zijn, evenals de inzichten die landbouw en veeteelt mogelijk maakten. Ambachtelijke vaardigheden zijn al duizenden jaren oud. Dat alles noemen wij echter geen wetenschap.

Essentieel is niet alleen het streven (een stukje van) de werkelijkheid te begrijpen, maar ook de manier waarop, de weg waarlangs, meta hodos, de methode. Wij denken, praten, schrijven, en proberen wetmatigheden, oorzaken, gevolgen, en onderliggende wetten te begrijpen. Wij vertellen graag verhalen, maken graag verklarende modellen. Als het onweert is Donar boos. Dan slingert hij zijn hamer naar de aarde. Maar wie zegt dat het Donar is? Misschien is het Wodan wel? En wie weet slingert hij zijn aambeeld? En wie zegt dat hij boos is? Misschien doet hij het wel vanuit een andere emotie, of misschien gewoon voor de lol? Wie weet?

Aristoteles maakt het onderscheid tussen ambachten (artes illiberales, artes mechanicae), en de vrije kunsten, septem artes liberales, onderverdeeld in het trivium: grammatica, retorica, dialectica en het quadrivium: aritmetica, geometrica, astronomia, musica. Dit wordt beschouwd als voorloper van onze wetenschappen.

Descartes introduceert de systematische twijfel. Zowel wat anderen zeggen als de zintuigelijke waarneming dienen voortdurend in twijfel getrokken te worden. Alleen vanuit deze fundamentele onzekerheid kunnen wij tot solide zekerheden komen. Deze grondhouding is de basis van onze moderne wetenschap.

Ongeacht het onderwerp van studie heeft alle wetenschap één heel duidelijk doel: met zo min mogelijk inspanning een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan het totale gebouw van zo betrouwbaar mogelijke kennis over (een stukje van) onze werkelijkheid.

Elke vraagstelling behoeft zorgvuldige afbakening. Het wetenschappelijk gremium bepaalt het curriculum en de onderzoeksagenda. In gewone taal: geleerden bepalen welke voorkennis studenten nodig hebben en welke vragen onderzocht zullen worden. Ook de manier waarop wordt nauwkeurig vastgelegd in onderzoeksvoorstellen.

Stel dat er een database zou zijn van alle nu lopende onderzoeken. Vermoedelijk zou deze gekenmerkt worden door twee opvallende eigenschappen: 1. De enorme hoeveelheid. 2. De grote mate van detail. Over dat laatste wordt vaak lacherig gedaan, maar dat is niet terecht. Het geheel van menselijke kennis is onderverdeeld in vakgebieden, specialisaties, subspecialisaties, hoofdvragen, deelvragen, etc.. Niet omdat wij dol zijn op onbeduidende details, maar omdat het ongelofelijk moeilijk is wetenschappelijk verantwoorde kennis te genereren.

Wetenschap is koorddansen op het allerhoogste cognitieve niveau. Enerzijds dient alle bestaande kennis betwijfeld en getoetst te worden, anderzijds kunnen wij alleen verder bouwen door eerdere resultaten als uitgangspunt te nemen. Vandaar het belang van uiterst strenge methodologie en onderlinge controle.

Hoe werkt de wetenschap? Hoewel de vraag eigenlijk veel te groot is om te stellen zou een eerste antwoord misschien toch kunnen zijn: het doel van alle wetenschap is het genereren van betrouwbare kennis. Dit kan alleen bereikt worden door een fijnmazige opsplitsing in vakgebieden en specialisaties, en een zorgvuldig proces van vraagstelling, afbakening, strenge methodologie en onderlinge controle.

Het denkende wezen mens probeert zijn omgeving en zichzelf te begrijpen. Alle wetenschap neemt op zo zorgvuldig mogelijke wijze een stukje voor zijn rekening van de vragen die wij vanuit de aard van ons denken altijd zullen stellen. Deze vragen gaan over alles, inclusief onszelf, inclusief ons denken. Samenvattend draait alles echter om één vraag: hoe werkt de werkelijkheid?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten