dinsdag 2 augustus 2011

Hoe werkt de wetenschap? 016 Feiten

Ik heb getracht een uittreksel te maken (citaten zijn waar mogelijk letterlijk) van: Victor van den Bersselaar: "Wetenschapsfilosofie in veelvoud", hoofdstuk 2: HET DOMEIN VAN DE FEITEN, empirisch-analytische wetenschapstheorie. (Voornamelijk gebaseerd op "The Logic of Scientific Discovery", Karl Popper en "The Structure of Science", Ernest Nagel.)


Het fundament van empirisch onderzoek zijn de zintuiglijk waarneembare feiten. Feiten zijn niet waarneembaar. Een feit is wat naar aanleiding van een waarneming beweerd wordt, als die bewering waar is. Waarnemingen kunnen niet door de feiten weerlegd worden. Ik zie wat ik zie en ik hoor wat ik hoor. Waarnemingen of ervaringen zijn niet waar of onwaar of juist of onjuist: ze zijn objectief of subjectief. Feiten worden niet ervaren maar beweerd. Een bewering is een claim met betrekking tot de waarheid van een uitspraak, en daarom afhankelijk van de instemming van alle betrokkenen. Daarom kan altijd weer betwijfeld worden of iets een feit is. Des te meer naarmate het begrip "feit" wordt uitgebreid. (Vb sociale wetenschappen.)

Alle onderzoek begint met een probleem (en een belang). Alle waarneming is theorie-geladen. Kennis begint met problemen. Een probleem is pas een kennisprobleem als we nieuwe kennis nodig hebben om het op te kunnen lossen. Belangen bepalen of iets als relevant probleem geldt.

Oplossing: trial and error, hypothesen en theorieën testen. Een theorie is een verzameling begrippen en uitspraken die in hun onderling verband een model voor de beschrijving en de verklaring van een deel van de werkelijkheid geven. Een hypothese is een enkelvoudige uitspraak over een toedracht in de werkelijkheid. Operationaliseren is het afleiden van testimplicaties. (Als het waar is dat X dan zal Y in situatie Z.)

Verificatie is het vaststellen van de juistheid of de waarheid van een uitspraak. Iedere bijzondere waarnemingsuitspraak bevat altijd ook algemene theoretische veronderstellingen. Inductie is het afleiden van algemene uitspraken uit bijzondere waarnemingsuitspraken. Inductieprobleem: 1. aantal waarnemingsuitspraken zou oneindig moeten zijn 2. inclusief toekomstige waarnemingen.

Deductie is de redeneervorm:

Als H (hypothese) waar is, dan is ook I (testimplicatie) waar
I is waar
*dus: H is waar

Deductieprobleem: drogreden van de bevestiging van de consequens: ook als de premissen waar zijn hoeft de conclusie nog niet waar te zijn. Voorbeeld:

Als het regent worden de straten nat
De straten worden nat
*dus: het regent

Er kunnen evengoed andere, onbekende oorzaken in het spel zijn. Theorieën kunnen niet geverifieerd worden, slechts geconfirmeerd. Daarentegen is één tegenvoorbeeld voldoende om een theorie te kunnen falsifiëren. (Modus tollens, opheffende wijs.) Dit is volgens Popper de belangrijkste taak van de wetenschapper. Theorieën worden sterker naarmate zij meer falsificatiepogingen weerstaan. Popper spreekt over bekrachtiging of corroboratie.

Theorieën zijn sterker naarmate zij meer verklaren en er meer hypothesen uit af te leiden zijn die zo streng mogelijke controleerbare tests weerstaan. Een experiment is een kunstmatig georganiseerde testsituatie. Liefst alle variabelen constant, behalve één. Doel is een zo zuiver mogelijke waarneming. Functie is controleerbaarheid: herhaalbaar, in een geïsoleerd veld, voor een verwisselbaar subject.

Het probleem van de empirische basis is de tweede premisse, de zgn basiszin, die een beschrijving geeft van een empirisch gegeven: 1. veelheid ervaringen 2. gebruikte begrippen en uitdrukkingen hebben zelf ook een hypothetische status. Hypothesen, en zeker 'verborgen' hypothesen kunnen principieel nooit geverifieerd worden: de principieel onoverbrugbare kloof tussen theorie en werkelijkheid. Al onze waarnemingen zijn theorie-afhankelijk; er bestaan geen theorie-onafhankelijke waarnemingen.

Doel van empirische wetenschap is het vinden van wetten, wetmatigheden. Functie is: verklaren, voorspellen, beheersen. Causale verklaringen zijn lang niet altijd mogelijk. Statistische generalisaties voorspellen met een zekere graad van nauwkeurigheid. Vaak gaat het ook om het vinden van correlaties, die van statistische aard kunnen zijn.

Causaal-functioneel-intentioneel-verklaringsmodel

Mensen kunnen hun wereld interpreteren, zich doelen stellen en hun handelen daardoor laten bepalen. De nuancering van het empirisch verklaringsmodel in termen van statistische regelmatigheden en correlaties schept al een zekere ruimte om ook interpretaties, doelen en motieven in onderzoek te betrekken.

Darwin verklaart het ontstaan van de soorten uit de oneindige proliferatie of kwistigheid van de natuur. Of een eigenschap tot betere overlevingskansen leidt moet blijken uit de strijd om te overleven, natuurlijke selectie en 'survival of the fittest'. Komen en gaan van planten kan nog oorzakelijk verklaard worden. Zodra er sprake is van zintuigen en instinct is er een stap tussen oorzaak en gevolg gekomen: informatieverwerking, herkenning. In plaats van oorzaak en gevolg spreken wij hier eerder over actie en reactie, stimulus en respons. Functionele verklaringen plaatsen levende wezens in een context en schrijven een elementair doel toe: zich handhaven (of pijn, onlust vermijden).

Zintuigen en instinct zijn nog niet voldoende om zich bewust doelen te kunnen stellen. Betekenis kunnen geven aan signalen en eigen reacties hierop vereist een intelligent bewustzijn dat in staat is te interpreteren en reflecteren. Keuze van doelen moet niet mechanisch of functioneel verklaard worden maar discursief of logisch. De functionele verklaringswijze maakt plaats voor een intentionele.

Empirische sociale wetenschappen

Ook in de sociale wetenschappen wordt empirisch onderzoek gedaan, al worden daarnaast ook andere methoden gebruikt. Verruiming van het begrip 'feit' maakt het mogelijk ook betekenisvolle gebeurtenissen of standen van zaken te onderzoeken. Maar in geen van de sociale wetenschappen zijn wetten gevonden en theorieën ontwikkeld die op het punt van verklarende en voorspellende kracht een vergelijking met de natuurwetenschappen kunnen doorstaan. Generalisaties gaan meestal maar in beperkte mate op. Er is zelfs geen sprake van een door alle onderzoekers erkende gemeenschappelijke voorraad basiskennis.

Experimenteermogelijkheden in de sociale wetenschappen zijn beperkt door: 1. ethische grenzen 2. uitoefening van macht in de experimentele manipulatie is zelf een sociale variabele 3. herhaalbaarheid (persoon is na deelname niet meer onbevangen) 4. soms überhaupt niet mogelijk als sociaal verschijnsel te omvangrijk, te verspreid of historisch gezien uniek is. (Vb urbanisatie, industrialisatie.)

Het is zinvol onderscheid te maken tussen het experiment (gecontroleerde waarneming in engere zin) en gecontroleerde waarneming in bredere zin. Een veelgebruikte vorm van laboratoriumexperiment is het werken met doelgroepen en controlegroepen. Bij veldexperiment is het moeilijker greep te houden op relevante variabelen. Ook data-analyse is een vorm van gecontroleerde waarneming, waarbij een model constanten en variabelen kan scheiden, gegevens kunnen op verschillende manieren gegroepeerd worden. Valkuilen: 1. correlaties zijn geen causaliteit 2. drogredenering 'post hoc propter hoc' (wat na iets komt is er het gevolg van) 3. definitie variabelen 4. keuze relevante variabelen 5. selectie representatieve steekproef 6. vinden van voldoende gegevens.

Sociale wetenschappen zijn weinig succesvol in het vinden van universele wetten. De meeste generalisaties hebben een beperkte geldigheid, zijn statistische verbanden met waarschijnlijkheidscoëfficiënt, en behoeven te veel aanvullende veronderstellingen om de kloof tussen theorie en werkelijkheid te dichten. Ernest Nagel vindt dit een onvolkomenheid. Popper vindt, omdat onderzoek altijd met een probleem begint en sociaal onderzoek in veel gevallen praktisch geörienteerd is, bijvoorbeeld beleidsvoorbereidend, het toch een bijdrage kan leveren aan verbetering van sociale processen: sociale technologie, social engineering. De samenleving als geheel en haar ontwikkeling is niet in empirische wetten te vangen. Sociale technologie is 'piecemeal engineering', stuksgewijze verbetering.

Empirisch-analytische wetenschapstheorie en geschiedeniswetenschap

Geschiedenis is een veelvertakt domein waarbinnen politieke, economische, demografische, sociologische en sociaal-psychologische processen hun rol spelen. Het gaat veelal niet om het achterhalen van algemene wetten (nomothetisch) maar om het beschrijven van concrete plaats- en tijdgebonden feiten (ideografisch). Ook de historicus kan niet zonder verklarende generalisaties. Sommigen zochten algemeen historische wetten. (Marx, Spengler, Toynbee.) Dergelijke pogingen hebben geen algemene erkenning gevonden. Als er al sprake is van wetten dan zijn deze, net als in de sociale wetenschappen, statistisch. Dat is al het geval bij het verklaren van individuele handelingen. (Vb Balthazar Gerard.) Motieven zijn 'waarschijnlijk' waar. Men spreekt over probabilistische verklaringen.

Besluit

In het empirisch onderzoek worden ontologische en sociaal-filosofische uitgangspunten in hoge mate bepaald door de kentheoretische en methodologische.
Kentheoretisch: kennis heeft de vorm van verklarende theorieën, alleen via de zintuigen krijgen wij toegang tot het object.
Methodologisch: belangrijkste eis is experimentele of gecontroleerde waarneming: herhaalbaar, in een geïsoleerd veld, voor een willekeurig subject.
Ontologisch: 1. onderzoeksobject wordt gezien als objectief gegeven 2. het is onafhankelijk van het menselijk kennen 3. het heeft een onveranderlijke structuur. (Als object veranderlijk is zijn experimenten niet herhaalbaar.)
Sociaal-filosofisch: de verwachting dat toename van kennis maatschappelijke vooruitgang met zich meebrengt omdat ze (technische of strategische) beheersing van de natuur en van maatschappelijke processen mogelijk maakt. De laatste decennia is bij vele, maar lang niet bij alle empirische onderzoekers het besef doorgedrongen dat deze verwachting minstens sterk gerelativeerd moet worden. Onderliggende al dan niet verzwegen veronderstelling is dat wetenschap waardevrij is. Echter, de ontwikkelings-gang van de wetenschap wordt niet alleen bepaald door interne maar ook in sterke mate door buitenwetenschappelijke factoren en belangen. Deze ondermijnen, mits duidelijk geëxpliciteerd, niet per se de kwaliteit van het onderzoek, maar ze begrenzen wel de reikwijdte en de algemene maatschappelijke relevantie ervan.

Kentheoretisch speelt in de sociale wetenschappen niet alleen de zintuiglijke waarneming maar ook kennisname van de betekenis van sociale verschijnselen en processen.
Methodologisch blijft de eis van controleerbare waarneming: eenduidig, niet door onderzoek zelf beïnvloed, intersubjectief, meetbaar.
Ontologisch veronderstelt het een onveranderlijke structuur onderzoeksobject, mensen gedragen zich onder gelijke omstandigheden op gelijke wijze.
Sociaal-filosofisch verwachten sociale wetenschappen verbetering van sociale processen. Ook hier speelt de waardeproblematiek een rol. Buitenwetenschappelijke waarden doordringen begripsvorming. Het empirisch instrumentarium biedt onvoldoende garanties hiertegen. Er is een moeilijk te dichten kloof tussen de begrippen uit de alledaagse wereld van het object en de theoretische begrippen van de onderzoeker:
1. Alledaagse begrippen worden overgenomen zonder de betekenis ervan over te (kunnen) nemen, zonder ze als bron van kennis te kunnen gebruiken.
2. Kwalitatieve termen worden geoperationaliseerd in kwantitatieve termen, met voorbijgaan aan de  oorspronkelijke betekenissen.
3. Ervaringen die niet kwantitatief te beschrijven zijn zijn ontoegankelijk.

Vooral beleving en betekenis vallen buiten de boot. Fenomenologie en hermeneutiek zijn alternatieve benaderingswijzen die juist deze zaken in het wetenschappelijk onderzoek betrekken.

[Einde citaten]

zondag 10 juli 2011

Hoe werkt de wetenschap? 015 Veelvoud

Victor van den Bersselaar: "Wetenschapsfilosofie in veelvoud. Fundamenten voor onderzoek en professioneel handelen", tweede druk, uitgeverij Coutinho, isbn 9789062833863. Niet eenvoudig, wel een aanrader voor wie zich in het onderwerp wil verdiepen. Toevallig het eerste boek dat mij werd aangereikt. Of het ook het beste is om mee te beginnen vraag ik mij af. De veelvoud uit de titel komt inderdaad volop aan bod. Inclusief uitgebreide -vaak fictieve- voorbeelden. Zelf zou ik liever met enige eenvoud beginnen. Maar zo is het niet gelopen. Mocht ik deze tegen komen dan meld ik het uiteraard graag.


Van den Bersselaar onderscheidt vier kernvragen van de wetenschapsfilosofie, en zes kennisdomeinen of benaderingswijzen. Herhaaldelijk wijst hij er op dat het niet juist is als één van de benaderingswijzen alleenheerschappij opeist. Afhankelijk van het object en fase of detail van het onderzoek dient de juiste benadering gekozen te worden.

De vier kernvragen:

Sociaal-filosofisch en ethisch: Waar komt het onderzoeksprobleem vandaan en wat is het belang van de oplossing?
Ontologisch: Wat is de aard van het object van onderzoek? Is het zintuiglijk waarneembaar? Is het een algemeen verschijnsel of een unieke gebeurtenis?
Kentheoretisch of epistemologisch: Hoe (en in hoeverre) kunnen wij kennis vergaren over het object van onderzoek?
Methodologisch: Wat betekent dit voor de manier van werken?

De zes domeinen:

Feiten: Empirisch-analytische methode
Beleving: Fenomenologie
Betekenissen: Hermeneutiek
Regels: Reconstructie
Begrippen: Dialectiek en deconstructie
Belangen: Paradigma's en netwerken

Deze beknopte samenvatting lijkt mij voor wie er niet in thuis is een droge, betekenisloze, ontoegankelijke opsomming. Het is slechts de gehanteerde structuur. Misschien ga ik nog puntsgewijs een klein uittreksel maken. Of deze zesdeling traditioneel of origineel is, arbitrair of sluitend, mank of briljant, kan ik helaas nog niet inschatten. Ik kom er niet achter waar deze op gebaseerd is. Ik vind het knap, en wil het graag geloven. Voorlopig neem ik het graag als waarheid aan. Maar dat is geloven. En ik geloof dat wetenschap anders werkt. Waarom geen zevendeling? Of vijfdeling? Of zevenentwintigdeling? Of X?

Uiteraard hanteren verschillende vakgebieden verschillende benaderingswijzen. Archeologie werkt anders dan kwantumfysica, sociologie anders dan (micro-)biologie, om maar wat te noemen. Is het dan niet logischer om per vakgebied de benaderingswijzen te bestuderen en beschrijven? Elke discipline zijn eigen wetenschapsfilosofie, -geschiedenis, methodologie? Maar disciplines worden steeds fijnmaziger. Wat blijft er dan over van het cement dat de bakstenen verbindt? Eindigt de wetenschap als los zand? Eindigen? Laten wij bij het begin beginnen. Is er überhaupt ergens vaste grond? Deze fundamentele vraag kom ik overal tegen maar niet in dit boek. Wellicht past deze vraag niet in een praktische inleiding.

zondag 26 juni 2011

Hoe werkt de wetenschap? 014 De Magie van Wetenschap

'De Magie van Wetenschap' is een coproductie van De Familie en HUMAN in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).Presentatie: Robbert Dijkgraaf, president KNAW.

7 bijzondere portretten van markante wetenschappers: Ellen van Wolde,  Hendrik Lenstra, Peter Hagoort, Wil Roebroeks, Arnoud Boot, Theo Odijk, Hans Clevers.

"Alle wetenschappers behoren tot de internationale top op hun vakgebied en zijn allen lid van de KNAW. De basis van de serie werd gelegd tijdens een conferentie van wetenschappers en documentairemakers, die plaatsvond in het kader van het tweehonderdjarig jubileum van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)."

Vorig jaar uitgezonden. Wat leven wij (in ieder geval wat dit betreft) toch in een schitterende tijd: de volledige serie staat online. Misschien is een kleine waarschuwing op zijn plaats, voor wie van dit soort dingen houdt... Zelf kon ik niet stoppen, en heb ze alle 7 in één ruk uitgekeken. En het is niet uitgesloten dat dat nog een keer (of vaker) gaat gebeuren. Altijd al "spekkie voor mijn bekkie" uiteraard des te meer sinds de serieuze vraagstelling hoe wetenschap werkt. Heel begrijpelijk overigens dat anderen andere prioriteiten stellen. Ieder zijn/haar meug. Het leuke van bloggen is de mogelijkheid heel specifieke interesses te delen met heel specifieke andere geïnteresseerden. Vertrouwend op de algoritmes van Google, en nog wat andere (zelf-) organiserende principes...

Kortom, ik vond het smullen geblazen, hetgeen ik graag deel. Een mooie serie voor wie een brede belangstelling voor wetenschap heeft. Misschien een geromantiseerd beeld, maar heerlijk om in mee te gaan. De passie spat er af. De volledige serie staat hier. Veel plezier!

zondag 19 juni 2011

Hoe werkt de wetenschap? 013 Betrouwbare kennis

"Betrouwbare kennis", een schitterende serie van acht colleges over de geschiedenis van de wetenschapsfilosofie door prof. dr. mr. Herman Philipse, Universiteitshoogleraar Universiteit Utrecht. Inclusief handouts. In het kader van Studium Generale.

Nieuwsblog en leestips.

Alle acht colleges.

Verder commentaar lijkt mij overbodig. Behalve dan het advies: wie geïnteresseerd is in dit onderwerp: kijken! Acht uur uitstekend college en na afloop boeiende discussies. Zeer de moeite waard! De compacte handouts zijn handig.

zondag 12 juni 2011

Hoe werkt de wetenschap? 012 Keuze

Het is anno nu onmogelijk kennis te nemen van alle wetenschap. Gezien de immense hoeveelheid beschikbaar materiaal is het nodig scherpe keuzes te maken. Deze noodzaak stijgt naarmate de wetenschap voortschrijdt en zich uitbreidt. Voor onze achterkleinkinderen zal de urgentie nog vele malen hoger zijn. Is het nog wel mogelijk om wetenschap in algemene zin te begrijpen? Steeds meer zijn wij aangewezen op samenvattende inleidende werken, die wij slechts kunnen toetsen aan het wellicht al te specifieke.

De aanleiding om een blog over keuze te gaan schrijven was eenvoudig, de uitwerking allerminst, aangezien ik het thema graag op meerdere niveaus aan zou willen vliegen. Om praktisch te beginnen: wat boeken, een leesbril, een boekenkastje. Het ligt voor de hand om allereerst alles wat er beschikbaar is aan (wetenschaps-) filosofische inleidingen door te nemen. Hiermee kan ik voorlopig wel vooruit. Er op vertrouwende dat zich gaandeweg specifieke voorkeuren en nieuwe tips zullen gaan aftekenen.


In de psychologie speelt het begrip "agency" een sleutelrol. Zelfbeschikking, eigenaarschap, het idee en gevoel zeggenschap te hebben over eigen leven en ervaringen. Ook interessant is het begrip "flow", zoals geformuleerd door Mihaly Csikszentmihalyi: het gebied waar vaardigheden en uitdagingen met elkaar in overeenstemming zijn. (In tegenstelling tot het gebied van psychische entropie: een continuüm tussen verveling en angst, met als dieptepunt totale apathie.) Onderstaand het standaard plaatje (bron: Wikipedia) en op Youtube een lezing van Csikszentmihalyi zelf.


Alleen als wij een vrije wil hebben kunnen wij eigenaar en architect zijn van ons eigen lot en leven. De eerlijkheid gebiedt echter onder ogen te zien dat ons denken onderhevig is aan immense zwaartekrachten. Allereerst zijn wij beperkt door de talen die ons ter beschikking staan. Weliswaar bieden deze een zekere mate van speelruimte maar elke millimeter toegang hiertoe vergt een stijgend aantal kilo's creativiteit. Wij zijn niet allemaal Shakespeares of Einsteins.

Verder hebben mimesis en sociale normatie ons gebracht tot waar wij zijn, of liever gezegd: altijd geconsolideerd in daar waar wij waren. Het zijn sterk conservatieve krachten. Als iedereen elkaar napraat wordt er nooit iets nieuws gezegd. Wij noemen onszelf trots Homo Sapiens en eigenen onszelf graag alle verworvenheden van de mensheid toe, zonder er bij stil te staan dat de hele ontwikkeling van vuistbijl tot nu is getrokken door hen die, om wat voor reden dan ook, de moed hadden anders te denken, dingen anders te zien, anders te doen, anders te laten, en degenen die hen hiervoor ruimte gaven.

Tot slot, wij zijn gewoontedieren.Wij hebben de neiging te doen wat wij altijd hebben gedaan, te zien wat wij altijd hebben gezien, te denken wat wij altijd hebben gedacht. Modellen, theorieën houden zichzelf het liefst in stand. Wij ontwerpen systemen die (een stukje van) de werkelijkheid beschrijven en zijn geneigd deze vervolgens voor werkelijkheid aan te gaan zien. Om over onbewuste processen nog maar niet te spreken.

Ik weet niet in hoever wij kunnen kiezen, maar als wij kunnen kiezen zou ik kiezen dat wij kunnen kiezen. Een mensenleven baant zijn weg door triljarden keuzes, groot en klein. Niemand kent de toekomst, maar idealen en doelen worden gekozen. Bij mijn weten is niets zo richtinggevend als een persoonlijke missie. Volgens Jacques Brel heeft iedereen rond de puberteit in een flitsvisioen een levensdroom, die de meesten daarna vergeten. Een romantisch beeld, maar tragisch voor de overgrote meerderheid die dan dus blijkbaar door externe krachten geleefd wordt. Zou het anders kunnen zijn?

Wat is je missie? Waar ligt je passie? Als Brel gelijk heeft antwoordt 99% "weet ik niet". Dat zou heel triest zijn. Dan zijn wij slaapwandelaars in drijfzand. Geen verkwikkend beeld. Wie geen doel heeft zou het formuleren van een doel misschien als doel kunnen formuleren? Dit zou toch voor iedereen op elk moment mogelijk moeten zijn? Als wij aangewezen zijn op een magische flits in onze puberteit die wij vervolgens zo snel mogelijk vergeten blijft er weinig ruimte over tot zelfbeschikking. Dit lijkt mij een keuze voor het niet kunnen kiezen en als wij kunnen kiezen lijkt mij dit niet de optimale keuze.

Wordt het moeilijker om idealen te formuleren naarmate het leven meer vaste vorm aan neemt? Daar lijkt wel wat voor te zeggen, maar moeilijk is iets anders dan onmogelijk. Misschien stijgt de waarde, voor zover wij hier van kunnen spreken, misschien zelfs de werkzaamheid, uitgaande van groeiende (zelf-) kennis, ervaring, uitdrukkingsvaardig-heden, netwerk, middelen en mogelijkheden. Dit zou een pleidooi zijn voor levenslange herbezinning, anders dan de flits van Brel.

Als puber wilde ik kunstenaar worden. Deze wens heeft lange tijd sterke sturing aan mijn leven gegeven. Ik heb de nodige opleidingen gevolgd, diploma's behaald, de volledige studieschuld afbetaald en mijn kwartiertje roem gehad. Sinds 17,5 jaar geef ik enkele avonden per week teken-schilderlessen. Ik heb het geluk dagenlang in mijn atelier te kunnen vertoeven. Om de geldzorgen het hoofd te bieden besloot ik 10 jaar geleden er gewoon werk naast te gaan doen.

Gaandeweg groeit mijn belangstelling voor wetenschap. TV kijk ik al jaren niet meer, behalve soms een documentaire via Uitzendinggemist. Een lezer zou ik mijzelf niet willen noemen. Maar het aantal bekeken lezingen via Ted, Collegerama, Youtube en andere kanalen en de mate van gretigheid en fascinatie beginnen mij wel op te vallen, evenals de grote bewondering voor al die mensen die ergens zo veel van weten en zo boeiend kunnen vertellen.

Toen ik veertien maanden geleden met Twitter en dergelijke begon kwam dit in een stroomversnelling. Nu hoef ik niet meer te zoeken. Door de juiste mensen te volgen komt als vanzelf een overload aan interessante informatie naar mij toe. Toen ik ging bloggen werd wetenschap al snel het favoriete onderwerp.

De fascinatie is sterk genoeg om nader te onderzoeken. Ik vermoed dat het te maken heeft met de zekerheid waarmee wetenschap lijkt te spreken, de vaste grond, de rotsbodem, of in ieder geval het zoeken hiernaar. Geboren twijfelaar ligt hier denk ik wel een sterke persoonlijke motivatie. Of en hoe er misschien eventueel verbanden zullen ontstaan met, of misschien zelfs een fundament voor, eventueel beeldend werk, laat ik voorlopig op de achtergrond. Komt tijd komt raad. Voorlopig heb ik mijn handen vol.

Wanneer ik vanuit de inzichten die mij nu ter beschikking staan opnieuw een levensdoel zou formuleren zou dit niet zijn in termen van worden, zijn, hebben, weten, kunnen, noch in termen van bijdragen. Ik organiseer mijn leven graag zo dat er optimaal ruimte is voor een proces van kunst en wetenschap. Niet het product maar het proces. Of ik daarmee iets bereik of toevoeg (voor mijzelf of anderen) daargelaten.

Een voorzichtig geformuleerde voorlopige intentie, waar nog veel aan uit te werken valt. Vanuit de voorzichtige hoop en het voorzichtig vermoeden dat als er noch in de ons omringende natuur, noch in onszelf, noch in de logica absolute zekerheid mogelijk is, de felbegeerde rotsbodem uitsluitend te construeren valt vanuit een combinatie van persoonlijke keuze en standvastigheid. Voorlopig, want ik wil nog graag kennis nemen van alle overwegingen hieromtrent. Vandaar de intentie.

zondag 5 juni 2011

Hoe werkt de wetenschap? 011 Agenda

Ik realiseer mij goed dat ik in zekere zin aan het zwemmen ben tussen wal en schip. Voor specialisten te simplistisch, voor anderen te ingewikkeld, te saai, te droog? Gelukkig is mijn doel niet hoge kijkcijfers te halen. Daarvoor zouden andere onderwerpen veel aantrekkelijker zijn. Ik ben mij gaan verdiepen in dit onderwerp omdat ik het zelf dermate boeiend vind dat het mij waard is om een groot deel van mijn vrije tijd aan te spenderen en mij graag de moeite getroost hier bloggenderwijs enige sporen over na te laten. Gaandeweg ontstaat er hopelijk een verzameling overwegingen en verwijzingen die voor mijzelf in ieder geval de moeite waard waren en waar een ander misschien ooit ook nog eens iets aan heeft.

Bloggen is een andere manier van schrijven dan wij uit het verleden kennen. Er is geen uitgever of hoofdredacteur. Je bepaalt zelf wat je wilt plaatsen en hoe en wanneer. Het zijn redelijk korte stukjes. Je kan verwijzen naar alles en iedereen op Internet, en foto's en video's integreren. Ik weet niet van te voren waar het volgende stukje over zal gaan, al heb ik wel gekozen voor een overkoepelende paraplu. Gelukkig helpt het toeval hier en daar een handje.

De wetenschap heeft geen centrale directie. Onderzoeksvoorstellen ontstaan overal in het veld. Interessant om deze te inventariseren. Een dergelijk tijdsdocument zou in zekere mate misschien enige richting kunnen geven, een poging tot collectieve intentie wordt in ieder geval uitgesproken. In 2005 publiceerde Science een overzicht van de 125 belangrijkste vragen: "125 questions, what we don't know". In navolging publiceerde de KNAW vorige week de Nederlandse Wetenschapsagenda 2011, 49 vragen, geselecteerd op relevantie en de specifieke Nederlandse mogelijkheden. Leuk om te lezen, een momentopname in begrijpelijke taal, in een notendop een overzicht van zowel stand van zaken als openstaande vragen en oplossingsrichtingen.

Wat mij opviel is de sterke betrokkenheid bij maatschappelijke-, milieu- en klimaat-vraagstukken, en de veelvuldige oproep tot integratie van disciplines. Nog opvallender echter lijkt mij de  centrale plaats die de computer is toebedeeld. Enerzijds vraagstukken die ontstaan door nieuwe communicatie-mogelijkheden en globalisering. Anderzijds de sterke mate waarin voor het verschuiven van de grenzen van onze kennis het heil gezocht wordt in brute rekenkracht, frustratie over de beperkingen hiervan en twijfel over de beheersbaarheid. De indruk ontstaat dat de horizon van ons weten in toenemende mate bepaald wordt door de kracht van computers en deeltjesversnellers. Om deze indruk te staven enige (waar mogelijk letterlijke) citaten: (nummers verwijzen naar de respectievelijke vragen)

1: "computational science"
2: "scientific computing"
4: "Een brede batterij aan moderne onderzoekstechnieken, van grootschalige DNA-sequencen, proteomics en metabolomics tot supercomputers en straffe wiskunde, worden in stelling gebracht om meer helderheid over deze regulatienetwerken te verschaffen."
6: "Betrouwbaarheid en kwaliteit van steeds grotere en complexere informatietechniek"
7: "Bij de studie van grootschalige dynamische systemen speelt het doorrekenen van modellen door middel van computerprogramma's een cruciale rol. Daarbij is niet alleen de numerieke wiskunde nodig, voor het oplossen van vergelijkingen, maar ook de computationele meetkunde, als visualisatietechniek voor het verwerken en interpreteren van de gegevens."
8: "Bewijsassistenten", computerprogramma's die kunnen helpen bij het controleren van een wiskundig bewijs... //... het wachten is op het moment dat computers dit beter kunnen dan wiskundigen.
9: Over rekentijd, bereik en grenzen van brute rekenkracht.
10: Optimale beeldvorming uit minimale informatie, wiskundige reconstructie methoden, rekenen met voorkennis.
11: "En zelfs al zijn ze in principe door computerprogramma's berekenbaar, dan nog kan het zijn dat de computer-rekentijd in de praktijk volstrekt uit de hand loopt."
"Computers kunnen namelijk wiskundige uitdrukkingen berekenen die voordien onberekenbaar waren."
13: "Hoe veranderde de introductie van het schrift de structuur van samenlevingen?"
15: Hoe verlopen uitwisseling en identiteit in een globaliserende wereld?
16: "Opkomende technologie zorgt voor nieuwe sociale verbanden." "Mondialisering en technologisering zijn nauw met elkaar verweven." "Datamining- en patroonanalyse-technieken..."
17: Taalcontact. Hoe beïnvloeden talen elkaar?
18: "Naast de verdere ontwikkeling van snelle analysemethoden ligt hier ook een grote uitdaging op het gebied van de bio-informatica, zowel in technisch opzicht (opslag van gegevens en rekenkracht) als de ontwikkeling van nieuwe wiskundige methodes om informatie efficiënt uit de gegevens te halen."
20: "grootschalig data-management"
22: "met behulp van nieuwe afbeeldingstechnieken en bio-markers"
24: "nieuwe beeldvormende technieken"
25: "nieuwe interfaces tussen hersenen en computer"
26: "intensieve mediacommunicatie" "Met steeds sterkere computers zal op dit terrein de komende jaren veel vooruitgang worden geboekt."
28: "Kunnen machines ons helpen kennis te creëren uit bergen informatie?"
32: "Kunnen we organen nabootsen op een chip?"
33: "Gebruiksvriendelijke computermodellen zouden de creatieve mogelijkheden van vrijwel elke chemicus sterk verruimen." "De benodigde rekenkracht van computers wordt dan al snel een beperkende factor."
36: "Instituties kunnen bijvoorbeeld op kleine schaal worden nagebouwd en in een economisch laboratorium getest."
41: "Zeer duurzame samenwerking blijkt soms mogelijk in heel losse sociale verbanden, soms zelfs zonder enig rechtstreeks contact tussen individuen of groepen, zoals bij het werken aan open-source software of Wikipedia."
43: "Het ideale model zou de hele aardatmosfeer opdelen in 'celletjes' van een paar kubieke centimeter, maar geen computer zou in staat zijn die berekening af te krijgen."
45: "Dankzij de voortschrijdende precisie van meetmethoden en rekentechnieken zullen zij de complexiteit van levende materie de komende jaren steeds beter kunnen doorgronden."
46: "Wanneer vervangt de kwantumcomputer de klassieke computer?" "Een kwantumcomputer zou zich tot een gewone computer verhouden als een gewone computer tot een telraam." "Naast de kwantumcomputer biedt de kwantummechanica nog ander mogelijkheden om te ontsnappen aan de natuurlijke snelheidslimiet van klassieke, hedendaagse computerchips."
47: "De komende jaren worden in de LHC steeds heviger botsingen tot stand gebracht. Met elke stap komt het moment van baanbrekende antwoorden op fundamentele vragen dichterbij."
49: "Experimenten met de deeltjesversneller bij het CERN, met een sterk Nederlandse inbreng, kunnen hierover opheldering verschaffen."

zondag 29 mei 2011

Hoe werkt de wetenschap? 010 Popper

In het denken over wetenschap speelt Karl Popper (1902-1994) een prominente rol. Hierbij twee interviews waar hij zelf aan het woord is:








zondag 22 mei 2011

Hoe werkt de wetenschap? 009 Tijd

Wanneer wij het woord "wetenschap" gebruiken hebben wij het stilzwijgend over een onlosmakelijke drie-eenheid: proces, product, organisatie. Een zorgvuldig proces van waarnemen, logica, hypothesevorming en -toetsing produceert zo solide mogelijke theorieën die geconserveerd en hergebruikt worden binnen de wetenschappelijke organisatie, onderdeel van de maatschappelijke organisatie.


Was het maar zo eenvoudig. Dit plaatje kan op heel veel verschillende manieren getekend worden. Het roept veel vragen op. Elke tijd, elke school ziet het anders. Over deze zes begrippen zijn bibliotheken vol geschreven. En die heb ik nog niet gelezen. Laat ik er dus heel duidelijk bij zeggen dat het niet bedoeld is als synthese, maar slechts als eerste voorlopige werkschets. Alle begin is knullig. (In scheppende processen is het belangrijk dit voor lief te nemen.)

Moet het dan wel gedeeld worden? Moeten is een groot woord. Het is een keuze die voortvloeit uit het tweeledig onderzoek naar werking van zowel wetenschap als bloggen, waarbij gekozen is voor het perspectief van de wandelaar, een reisverslag, mijmeringen.

Mag ik hier wel wandelen? En heeft het zin? Nieuwe media bieden nieuwe mogelijkheden. De boekdrukkunst heeft ideeën breder toegankelijk gemaakt. Een enorme sprong, maar slechts een klein huppeltje vergeleken met de komst van Internet dat in principe alle informatie voor iedereen overal op elk moment ontsluit voor de prijs van een computer en aansluiting. (In principe, want er zijn natuurlijk heel veel uitzonderingen.)

Internet is goud waard. Bronnen die vroeger alleen beschikbaar waren voor ultra-specialisten of freaks die bereid waren stad en land af te reizen om antiquariaten af te struinen zijn nu binnen een paar klikken voor iedereen bereikbaar.

Eén generatie heeft extra reden tot dankbaarheid. Internet heeft ons namelijk verlost van de obligate dia-avondjes. Wie dit verschijnsel nooit heeft meegemaakt kan zich waarschijnlijk moeilijk een voorstelling maken van de geestelijke en lichamelijke belasting die deze bijeenkomsten teweeg brachten. God zij dank staan vakantie-kiekjes tegenwoordig online en kunnen wij deze op eigen tempo al of niet bewonderen. Maar dat terzijde.

De analogie is bruikbaar. Over vakanties, verbouwingen, tuinen, kinderen, relaties, huisdieren, etc. kunnen mensen nogal uitweiden. Heel begrijpelijk, waar het hart vol van is... Hoewel niet rond deze onderwerpen schijn ik er zelf ook nogal een handje van te hebben. Niets menselijks is ons vreemd. Wellicht is het voor mijn omgeving een verademing dat ik ben gaan bloggen...

Internet heeft onze communicatie drastisch veranderd. Dat geldt in sterke mate voor de wetenschap. Bijeenkomsten die vroeger strikt besloten waren zijn nu online voor iedereen toegankelijk, gratis en op elk moment dat het schikt. De grondlegger van Collegerama (een schitterend systeem waarmee colleges in bulk online rollen) trekt de lijn door: zoals een ieder recht heeft op voeding, huisvesting, werk, zouden wij ook kunnen spreken over het recht op informatie. Wetenschap toegankelijk voor leken. Daar hadden wij vroeger de encyclopedie en bibliotheken voor. Het ligt in de lijn van de geschiedenis.

Wij mogen onszelf vragen stellen en onze vrije tijd spenderen aan het zoeken naar antwoorden. Wetenschap als product is de verzameling van alle heersende theorieën. Hier mogen wij kennis van nemen. Maar mogen wij ons ook afvragen hoe deze tot stand zijn gekomen? Vanuit de hypothese dat product, proces en organisatie een onlosmakelijke drie-eenheid vormen kunnen wij niet anders. Het stellen van vragen impliceert noodzakelijkerwijs belangstelling voor de manier waarop antwoorden tot stand komen.

Heeft het zin? Vragen geven richting aan ons denken. Dat is geen proces dat zich alleen in ons hoofd afspeelt. Via onze zintuigen en handelingen zijn wij met onze omgeving verbonden. Een wilde hypothese zou zijn dat vragen de jager-verzamelaar mobiliseren die evolutionair gezien een groot deel van ons brein en genetisch materiaal bepaalt. Zoals ik boekwinkels, Internet en mijn eigen gedachten afstroop lijkt dit vermoeden wel te bevestigen. In ieder geval beleef ik plezier aan de zoektocht. Het structureert mijn weekenden. Ik deel mijn vrije tijd met een aantal medemensen. Mijn denkprocessen organiseren zich. Beter dan tobben, toch?

Het kost natuurlijk wel tijd, veel tijd. Het is onmogelijk om kennis te nemen van alle wetenschap. Daarmee ontstaat een nieuwe vraag, of eigenlijk een toespitsing: hoe kan ik mijn tijdsinvestering optimaliseren? Hoe benut ik de mij beschikbare tijd optimaal om er achter te komen hoe wetenschap werkt? Ook deze vraag leg ik graag in de week. In goed vertrouwen dat ook hier antwoorden op zullen komen.

Hoe dan ook, luisteren naar wetenschappers zal altijd onderdeel van het onderzoek moeten zijn. Ik stuitte op een interessante lezing van Dick Swaab: "Tijd in het brein". Deze bleek onderdeel van een serie van acht lezingen over Tijd, in het kader van de Studium Generale van de Universiteit van Utrecht, waar overigens nog veel meer interessants te zien is. Acht keer anderhalf uur. Voor wie er de tijd voor wil nemen zeker de moeite waard. Hier het inleidende filmpje.

maandag 16 mei 2011

Hoe werkt de wetenschap? 008 Reis

Wie een domein overziet kan vanuit overzicht denken, spreken, handelen. Kennis is een sociaal proces. Wij leren van onze voorgangers. Een individueel mensenleven duurt maar kort. Ieder mens is uit een moeder geboren, tot oneindig ver terug in de tijd. Wij groeien op in een taal. Als wij in China geboren waren spraken wij nu Chinees. Wij zouden gevoelig zijn voor alle bedoelde en onbedoelde nuances, accenten, humor, spitsvondigheden herkennen, aanvoelen of een woord of uitdrukking ouderwets of juist hip was, en via dit totaalpakket aan raadselachtige klanken en onderliggende betekenissen ons dagelijks verhouden met elkaar, de wereld en onszelf.

Ik ben begonnen aan een reis in een mij onbekend domein. Vanuit overzicht kan ik niet denken, spreken, handelen. Anderen wel. Ieder vanuit eigen perspectief. Door aandachtig naar hen te luisteren lukt het misschien om gaandeweg zelf enig overzicht en perspectief te ontwikkelen. Ik ben een reiziger, aangewezen op gidsen en toevallige ontmoetingen. Deze blog is een reisverslag. Geen eenvoudige opgave. Hoe alle indrukken samen te vatten? Wat is belangrijk? Wat niet? Ik ben getuige van een proces dat zijn zwaartepunt heeft in mijn werkkamer. Hier ontmoet ik eigen en andermans overwegingen. Het proces gaat door in mijn hoofd, en er is wisselwerking met de dagelijkse omgeving. Sommige cursisten en collega's lezen de blogs, anderen niet. En er zijn online contacten. Bewust of onbewust, bedoeld of onbedoeld, iedereen en alles draagt bij. Er komen concrete tips en suggesties. De eerste boekenjacht:


Als ik overzicht zou hebben zou ik vanuit overzicht verslag doen. Ik zou bij het begin beginnen, eenvoudig, en langzaamaan opbouwen naar complexe gehelen. Maar dit overzicht heb ik niet. Nu zou ik dit van anderen kunnen lenen, maar daarmee zou ik een naprater worden en mijzelf, mijn eigen denken, verloochenen. Dat is niet mijn bedoeling. Dan liever een reisverslag, fragmentarisch, caleidoscopisch.

Historische volgorde is: Popper, Kuhn, Latour. Zonder Popper en Kuhn nog uit te hebben kunnen diepen stuitte ik op onderstaande aflevering van Noorderlicht. Een mooie kennismaking met Bruno Latour, waarin ook de oude Popper nog even aan het woord is. Vanuit antropologisch perspectief komt Latour op opmerkelijke uitspraken: "het oude idee van objectiviteit werkt niet meer; ontdekken en uitvinden zijn misverstanden; wetenschap kent geen buitenwereld; wetenschap en politiek zijn nauw verweven; de constructie van feiten is een collectief proces".

Goed om eens bij stil te staan. In de natuur bestaan geen secondes, meters of graden celsius. De eenheden waarmee wij ons universum beschrijven zijn in laboratoria ontwikkeld. Mensenwerk. Wij leggen het bestaan langs een menselijke meetlat. Maar hoe betrouwbaar is deze eigenlijk? In Logicomix probeert Bertrand Russell tevergeefs de wiskunde van een logisch fundament te voorzien. Niet voor niets is de associatie met waanzin voortdurend aanwezig.


zondag 8 mei 2011

Hoe werkt de wetenschap? 007 Raakvlak

Mijn persoonlijke doelstelling is tweeledig. Enerzijds meer te weten komen over hoe wetenschap werkt. Anderzijds meer te weten komen over hoe bloggen werkt. Dat is immers de vorm waar voor gekozen is. Van meet af aan is er wisselwerking tussen deze twee doelen. Door de vormkeuze van een wekelijks blogje werd de vraag al snel onderdeel van mijn bioritme en dagelijkse gesprekken.

Overigens is dit een sterk vereenvoudigde samenvatting. Menselijke doelen zijn het spiegelbeeld van motieven. We hoeven maar even bij onszelf te rade te gaan om hier de complexiteit van in te zien. Drijfveren zijn resultanten van allerlei bewuste en onbewuste bio-psycho-sociale processen. Complexiteit per definitie. Wie hier in geïnteresseerd is kan beter denken in doelen-bomen of -wolken. Maar dat terzijde.

De vraag- annex doelstelling is onderdeel van mijn dagelijks leven geworden. Hoeveel gedachten hebben wij op een dag? De schattingen lopen uitéén van 50.000 tot 120.000. Ik vraag mij af hoe men dit telt en hoe groot de afwijkingen van het gemiddelde zijn? En ik vermoed, zonder het te kunnen meten, dat het aantal dagelijkse gedachten over wetenschap sinds de vraagstelling is gestegen, niet alleen voor mijzelf maar ook een klein beetje voor de kleine schare trouwe lezers. Dat is nogal wat, als men er bij stil staat.

Was de vraagstelling vermetel, deze zinkt in het niet wanneer wij het als doelstelling beschouwen. Verondersteld wordt namelijk de transformatie van iemand die ergens niets over weet tot iemand die ergens iets over weet. En het "ergens" in kwestie betreft het geheel van alle wetenschap. Nogal een onderneming, nietwaar?

Zonder nog een goed onderbouwd beeld te hebben ontwikkeld is in voorgaande blogs het doel van wetenschap en onderzoek geformuleerd als: "met zo min mogelijk inspanning een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan" het hele gebouw van zo betrouwbaar mogelijke kennis respectievelijk het specifieke object van onderzoek. Hier kwamen vragen over. De formulering blijkt verwarring te scheppen. Het is echter bedoeld als optimaliserings-clausule. Niemand wil immers met zoveel mogelijk inspanning een zo klein mogelijke bijdrage leveren? Onbedoeld wordt misschien de suggestie van luiheid of gemakzucht gewekt? Ten onrechte, het tegendeel is gangbaar. Wetenschappers zijn meestal zeer gedreven, kosten noch moeite worden gespaard. De juiste woordkeuze is belangrijk. Bedoeld wordt: "een optimale bijdrage".

Overigens is "zo betrouwbaar mogelijke kennis" bedoeld als voorzichtigheidsclausule. In de loop van de geschiedenis is immers vaak gebleken dat rotsvaste zekerheden plaats moesten maken voor nieuwe inzichten. Wat kunnen wij kennen? Voorzichtigheid is altijd geboden.

Vervolgens werd de vraag gesteld: "Wat is leading? Proces, resultaat of maatschappelijke impact? Interessante vraag, die misschien en passant de waarde van bloggen aantoont. Eigenlijk twee vragen: 1. Wat is leading? 2. Wat zou leading moeten zijn?

Aan de laatste vraag waag ik mij voorlopig sowieso niet. Ik kan deze slechts toevoegen aan het lijstje vermetele ambities. Het lijkt mij geweldig om suggesties ter optimalisatie te kunnen doen. De noodzakelijke bescheidenheid gebiedt echter zwijgen tot voldoende kennis is vergaard niet alleen over het reilen en zeilen van de wetenschap maar ook over alles wat al gezegd is over optimalisatie. Mocht ik hier ooit toe in staat zijn dan zal ik deze bres zeker beklimmen, maar voorlopig lijkt het mij vele bruggen te ver.

Beschrijvenderwijs durf ik wel een poging te wagen. Vanuit een misschien onverwachte maar eenvoudige invalshoek. Alle kennis en vaardigheid die niet gedeeld wordt is ten dode opgeschreven. Waar zijn alle briljante invallen van onze voorgangers gebleven? Voor zover niet genoteerd en door de collectiviteit omarmd en geconserveerd zijn zij in rook opgegaan, als hadden zij nooit bestaan.

Het raakvlak is van levensbelang. Wetenschap vindt plaats waar collectieve en individuele belangstelling en mogelijkheden samenvallen. Het proces is slechts gereedschap. Maatschappelijke impact is één van de mogelijke resultaten. Maar bij fundamenteel onderzoek is alle resultaat ongewis. Wetenschap wordt vaak te hulp geroepen om verschijnselen in kaart te brengen. Deze toegepaste vorm levert een voorspelbaar resultaat op. De kaart is bekend, alleen de cijfers moeten nog ingevuld worden. Fundamenteel onderzoek is echter altijd een gok. Waar collectief en individu overeenstemming bereiken wordt een hypothese onderzocht.

Het raakvlak, de match, is leading. Motieven zijn niet anders dan in de rest van het mens-zijn. Nare dingen willen wij graag verminderen. De Grieken al zochten naar begrip van de natuur. Niet alleen uit nieuwsgierigheid, maar ook om er voordeel mee te doen. Geneeskunst is een goed voorbeeld. De oude alchemisten zochten het levenselixer en de steen der wijzen. Soms gaat het om macht over anderen. Leonardo da Vinci prees zichzelf aan als zeer kundig in het ontwerpen van wapentuig. Einstein heeft de tweede wereldoorlog beslecht.

Is het dankzij of los van alle toepassingen dat wij willen weten? Uit grottekeningen is bekend dat onze verre voorouders vee over de rand van een afgrond dreven. Een gruwelijke vorm van jacht, die echter met minder inspanning veel meer voedsel opleverde dan eindeloos achter dieren aan rennen die nou eenmaal van nature veel sneller zijn dan wij. Inzicht loont. Kennis is macht. Zijn wij er dan slechts op uit de natuur naar onze hand te zetten? Tot op zekere hoogte ja. De jager-verzamelaar wilde vermoedelijk niets liever dan zeggenschap over prooi en oogst. Inzicht in de werking van de natuur maakte landbouw en veeteelt mogelijk. Overigens vond deze overgang pas 11.000 jaar geleden plaats. Lang geleden misschien, maar kort op de geschiedenis van de mensheid.

Wat wil het weten weten? Kortweg: alles. Moderne wetenschap is een goed georganiseerd zelfsturend organisme dat pas zal stoppen als er geen vragen meer te beantwoorden zijn. Nooit dus, of eerder dan ons lief is. Duurzaamheid zou nu prioritair moeten zijn. Omdat ons voortbestaan op het spel staat. Wij zijn in een rap tempo onze natuurlijke hulpbronnen erdoorheen aan het jassen. Het is raadzaam duurzaamheid heel hoog op alle onderzoeksagenda's te plaatsen. Zo niet, dan lopen wij het risico als een feestende Titanic ten onder te gaan.

zondag 1 mei 2011

Hoe werkt de wetenschap? 006 Doel

Het intrinsieke doel van alle wetenschap is met zo min mogelijk inspanning een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan het gehele gebouw van zo betrouwbaar mogelijke kennis.

Elk onderzoek is een bouwsteen, een afgebakend geheel met een specifieke vraagstelling en een georganiseerd proces van observaties, overwegingen, hypothesen, toetsing, conclusies, aanbevelingen, etc..

Het intrinsieke doel van elk onderzoek is met zo min mogelijk inspanning zo betrouwbaar mogelijke kennis te ontwikkelen over het specifieke object van onderzoek.

Een onderzoek kan opgesplitst zijn in deel-onderzoeken, of zelf onderdeel zijn van een grotere vraagstelling. Ook bouwstenen bestaan weer uit bouwstenen. Uiteindelijk is elk onderzoek onderdeel van een groter geheel.

Als het goed is zijn intrinsieke doelen altijd glas en glashelder. Al is het maar omdat vage vragen niet werken. Als de vraag vaag is is het eerste doel deze zo helder mogelijk te formuleren.

Een volgende belangencirkel is de organisatie van de wetenschap binnen de maatschappij. Moderne wetenschap bestaat dankzij complexe financieringsstromen. Full-time onderzoek is alleen mogelijk als daar financiering tegenover staat.

Promotie-onderzoek levert niet alleen kennis over het onderzochte op, maar voor de onderzoeker ook een titel die garant staat voor een bepaald niveau van kwaliteit en capaciteit dat hopelijk een navenante betrekking oplevert.

Over de academische strijd om aanzien wordt vaak lacherig gedaan. Het is echter goed zich te realiseren dat dit aanzien zowel voor universiteiten en instituten als voor individuele onderzoekers levensbepalend is in een moordende concurrentieslag. Uiteindelijk is het de struggle for life van de wetenschap zelf.

Tot slot kan onderzoek extrinsieke doelen dienen. Kennis over de werking van de muggevleugel bijvoorbeeld kan wenselijk zijn vanuit een programma ter bestrijding van malaria, etc..

Wetenschap heeft ons inzicht verschaft over een oneindigheid van aspecten van onze werkelijkheid. Er ontstaan voortdurend nieuwe vragen. Extrinsieke doelen zijn zo complex als het leven zelf: ad infinitum.

zondag 24 april 2011

Hoe werkt de wetenschap? 005 Introductie

Waar ben ik aan begonnen? De bijna kinderlijk eenvoudige vraag "hoe werkt de wetenschap?" leidt linea recta tot een immens domein. Zonder uitgebreid onderzoek naar achtergronden is zelfs de minste vorm van antwoord onmogelijk. Maar er zijn zoveel wetenschappen en er zitten zoveel kanten aan de zaak. Niet te doen. Kan ik er nog mee stoppen? Waar is de noodrem? Uitstekend moment om het bijltje er bij neer te leggen, niet? Sorry jongens, veel en veel te moeilijk.

Zou het zo gaan bij elk onderzoek? Belandt iedereen na vraagstelling in een lawine van informatie waar kaf niet van koren te scheiden is? Als je bijvoorbeeld wilt weten hoe een muggevleugel werkt, moet je dan ook eerst een boekenkast vol achtergrond-informatie doorworstelen? Het zou mij niet verbazen. En die boekenkasten worden natuurlijk steeds groter en voller naarmate de wetenschap voortschrijdt. Wordt zowel psychologisch als praktisch gezien onderzoek steeds moeilijker? Het zou mij niet verbazen. Des te belangrijker om hier aandacht aan te besteden. Doorgaan dus.

Bij creatieve denkprocessen onderscheidt men over het algemeen vier fasen:
1. Probleemstelling 2. Divergentie 3. Convergentie 4. Actieplan
Dit is een soort intrinsieke logica. Zonder probleemstelling weten wij niet waar wij het over zullen hebben. Zonder divergentie zijn er geen minder voor de hand liggende oplossingen mogelijk. Zonder convergentie komen wij niet ter zake. Zonder actieplan geen uitvoering. Zou voor onderzoek een vergelijkbare intrinsiek logische fasering bestaan?

Elk onderzoek begint met een vraagstelling. Zonder vraagstelling geen zoektocht. In de vraagstelling ligt al een zekere mate van divergentie / convergentie besloten. Bijvoorbeeld de vraag: "wanneer is Napoleon geboren?" is veel convergenter dan de vraag: "wat zijn de historische achtergronden van het fenomeen Napoleon?". Hoe meer feiten, bronnen, theorieën bij het beantwoorden van een vraag geraadpleegd dienen te worden, hoe divergenter de vraag. "Hoe werkt de wetenschap?" is een heel divergente vraag. Misschien wel de op één na divergentste? Na "hoe werkt de werkelijkheid?"...

Grote vragen zijn op te splitsen in kleinere deelvragen. Denkend over wetenschap zouden wij bijvoorbeeld kunnen kijken naar de geschiedenis van de wetenschap, wetenschapsfilosofie en methodologie. Nog steeds immense gebieden, maar toch al iets kleiner. Er zijn nog talloze andere deelvragen denkbaar. Allemaal stuk voor stuk een levenswerk of meer...

Niemand kan alle boeken ter wereld lezen. Zelfs over veel vakgebieden of onderwerpen is meer geschreven dan in een mensenleven te lezen is. Naarmate de hoeveelheid beschikbare kennis groeit worden gidsen en samenvattingen belangrijker. Vragend over wetenschap kreeg ik al snel het advies: Popper en Kuhn. En een boek te leen:
"Wetenschapsfilosofie in veelvoud", Victor van den Bersselaar. Daar ben ik nu in bezig. Introducties door mensen om mij heen. Waarbij ik het geluk heb omringd te zijn door wetenschappers.

Alvorens een samenvatting van een verhaal te kunnen maken zullen wij het verhaal eerst goed moeten lezen. Het verhaal van de wetenschap is hiervoor veel te veelomvattend. Wij zullen het dus moeten doen met samenvattingen van samenvattingen. Sowieso kan de eerste kennismaking met een domein alleen heel globaal zijn. Daarbij is de vraag: wat zijn de kernbegrippen? Wie zijn de authoriteiten? Welke bronnen worden door iedereen geciteerd? Welke titels komen bovendrijven uit alle boekenkasten die over dit onderwerp volgeschreven zijn?

Vroeger was de encyclopedie de aangewezen plek voor een eerste kennismaking met een grote hoeveelheid onderwerpen en vakgebieden. Nog steeds het betrouwbaarste begin, maar wie gebruikt het nog? Google is zoveel sneller en makkelijker. Waarbij de betrouwbaarheid van gevonden informatie echter altijd dubieus is. Geen zichzelf respecterend onderzoeker zal de Wikipedia als bron vermelden, maar het kan wel een snel overzicht en een eerste introductie geven tot bronnen die wel het vermelden waard zijn.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Wetenschap

http://nl.wikipedia.org/wiki/Wetenschapsgeschiedenis

http://nl.wikipedia.org/wiki/Wetenschapsfilosofie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Methodologie

zondag 17 april 2011

Hoe werkt de wetenschap? 004 Domein

In analogie met de fysieke realiteit spreekt men bij kennis en vaardigheden over domeinen. Dit geldt niet alleen voor de wetenschap. De term domein wordt ook gebruikt binnen andere gebieden: sport, handel, muziek, industrie, etc.. Grondslag is beeldspraak en ons rubricerend vermogen. Door het overwegen van overeenkomsten en verschillen rubriceren wij elementen en formeren waar nodig categorieën, subcategorieën, etc.

Elk domein heeft zijn eigen afbakening, probleemstelling, geschiedenis, paradigma's, mythen, (levende en/of historische) autoriteiten, (personen waar je in dit gebied niet omheen kan), hiërarchie, methoden, technieken, begrippenkader, vocabulaire, jargon, anekdotes, instrumenten, apparatuur, netwerken, instituten, commissies, diploma's, tradities, rituelen, spelregels, wedstrijden, nominaties, prijzen, etc. Domeinen ontstaan en vergaan.

Veronderstel het geheel van alle (A vroegere, B huidige, C toekomstige) kennis en vaardigheden. Elke cultuur, tijdsgewricht, zal deze vanuit het eigen perspectief op een andere manier onderverdelen. De prehistorische mens deed dit vast heel anders dan de oude Grieken. En wij, vanuit ons perspectief doen dit weer anders. Onze nazaten hoogst waarschijnlijk idem dito. Interessant, de onderverdeling van kennis en vaardigheden is altijd gebaseerd op de stand van zaken van diezelfde kennis en vaardigheden. Wij denken vanuit het ons bekende.
De aristotelische dichotomie artes liberales / illiberales (vrij vertaald: wetenschap / ambacht) is vanuit hedendaags perspectief niet houdbaar. Sowieso zijn wij kunst en wetenschap als aparte domeinen gaan beschouwen en het verschil tussen vrije burgers en slaven is opgeheven. Verder is de wetenschap in alle domeinen doorgedrongen en blijkt de ontwikkeling van kennis nauw verweven met technische evolutie. De geschiedenis van de astronomie is hiervan een mooi voorbeeld. Voortschrijdende techniek, observaties en theorieën gaan hand in hand.

Wetenschappelijke inzichten maken technische ontwikkelingen mogelijk die weer nieuwe inzichten mogelijk maken, etc.. Zonder ook nog maar enigszins te weten hoe wetenschap werkt kunnen wij een verwevenheid kennis-vaardigheden-techniek veronderstellen. En vakgebieden beïnvloeden elkaar. Zo heeft de statistiek bijvoorbeeld allerlei andere onderzoeksterreinen toegankelijk gemaakt.

Het geheel van alle wetenschap zouden wij kunnen beschouwen als een kennis-logistiek proces. Vanuit verworven verwevenheid kennis-vaardigheden-techniek trachten wij met zo min mogelijk inspanningen een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan het geheel van kennis-vaardigheden-techniek. Als onze voorgangers solide zijn kunnen wij op hun schouders staan. Sleutelwoorden kennis-architectuur: consistent, elegant. Kernvraag: wat is solide? Waarmee wij het terrein van de wetenschapsfilosofie betreden.

Ik ben niet gaan bloggen over dit onderwerp omdat ik expert ben op dit gebied. Integendeel, ik weet er helemaal niets van, daarom stel ik de vraag. Best wel schrikken om te zien dat Google met de zoekopdracht "hoe werkt de wetenschap" deze blog nu al op de bovenste posities vertoont. Dat schept verplichtingen. Wij doen ons best.

Het is moeilijk iets te zeggen over alle kennis ooit (intersectie D). Toch een poging. Geen kennis zonder kenner. Alle kennis veronderstelt een object-subject-relatie. Kenner-gekende-proces van kennen. (Abstracter kunnen wij het niet maken.) Hetgeen ik momenteel concreet aan den lijve ondervind. De kracht van vragen gecombineerd met de kracht van bloggen levert een stortvloed aan informatie op.

Kenmerkend voor wetenschap is dat het proces van kennen zich wetenschappelijk voltrekt. Wie gaat studeren wordt op verantwoorde wijze geïntroduceerd binnen een domein. Het doel van wetenschap kan echter niet zijn het bekende te herkauwen. Na introductie aan het bekende volgt exploratie van het onbekende.

Aangewezen op vrijetijdsmijmeringen voltrekt de introductie zich op andere wijze. Denkbeelden komen via drie kanalen binnen: 1. Mensen om mij heen 2. Geschreven bronnen 3. Eigen fantasie. Beschrijven van de kennismaking met een domein kan misschien het best in de vorm van een reisverslag? De vraag is gesteld. De reis is begonnen. De taak is helder: beschrijf wat gebeurt. De eerste indruk is overweldigend: oog in oog met een immens amalgaam.

zondag 10 april 2011

Hoe werkt de wetenschap? 003 Achtergrond

Ik ben geen wetenschapper. Mag ik deze vraag dan wel stellen? En heeft het zin?

Men zegt dat vragen vrij staat. Misschien een flauwe analogie, maar ik ben geen automonteur. Mag ik mij dan afvragen hoe auto's werken? Waarom niet? En andere domeinen? Ik ben geen bioloog, econoom, politicus, tandarts, etc.. Ik ben geen jurist (al wordt een ieder verondersteld de wet te kennen) maar ik kan mij niet voorstellen dat er een wet bestaat die het stellen van vragen verbiedt? Wij mogen ons echter niet uitgeven voor iets wat wij niet zijn. Voor titels en niet-vrije beroepen is dat gelukkig zelfs bij wet geregeld.

Ik ben geen wetenschapper. Ik heb niet geleerd wetenschappelijk te redeneren. Is de vraag "hoe werkt de wetenschap" dan niet veel te groot? Is het hoogmoed, hybris? Jazeker, zonder twijfel, de vraag is veel te groot voor mijn beperkte vermogens. Zelfs het kleinste probleempje zou ik niet wetenschappelijk kunnen benaderen, laat staan oplossen. Waarom dan zo'n grote vraag? Wellicht komt deze neiging uit een ander vakgebied. In scheppende processen is een belangrijk principe altijd te opereren vanuit het grootste kader. Van groot naar klein. Eerst hoofdzaken, dan bijzaken. Alles vanuit het geheel. Begin bij het begin.

Omdat ik niet weet hoe wetenschap werkt stel ik mijzelf de vraag. Een door mij gegeven antwoord kan dus nooit wetenschappelijk verantwoord zijn. Tenzij ik uitsluitend erkende bronnen citeer. Maar wat zijn erkende bronnen? Omdat ik geen wetenschapper ben kan ik de kwaliteit van bronnen niet beoordelen. Dus kan ik slechts gissen, vermoeden, op anderen afgaan, twijfelen. Cliché: nergens is zekerheid.

Ik zuig alles uit mijn duim. Maar zelfs dat is niet zeker. Is het wel mijn eigen duim? Ik weet immers niet wat er al over dit onderwerp gedacht, gezegd en geschreven is. Dus het risico op onbewust plagiaat is zeer groot. Zonder gedegen voorkennis weten wij niet of gedachtegangen al vele malen betreden zijn. Het is dus zaak hier kennis van te nemen. Wellicht is dat, na de vraagstelling, het begin van elk onderzoek: wat is er over het onderwerp al gedacht, gezegd, geschreven?

Denken is ons lot. Of het zin heeft of niet, of wij willen of niet, wij denken altijd. Welke vragen mogen wij stellen, welke niet? Wij vragen ons af hoe de werkelijkheid werkt. Wij kunnen niet anders. Het stellen van vragen, ongeacht de grootte, is misschien wel de meest bescheiden opstelling denkbaar? Wij erkennen immers ruiterlijk ons niet-weten. Niet het stellen van vragen maar de pretentie antwoord te kunnen geven bevat het risico van hoogmoed.

Elke vraag behoort tot een domein. De vraag "hoe werkt de wetenschap" behoort tot het domein van de wetenschapsfilosofie. Veel zeer geleerde voorouders hebben hier zwaar in geïnvesteerd. Het zou dom, inefficiënt, respectloos en hoogmoedig zijn om aan hen en hun werk voorbij te gaan. Maar waar te beginnen? Er is zo veel.

Of het zin heeft is een andere vraag. Maar hoeveel zin heeft de eindeloze stroom gedachten die per dag de revue passeren? Wat is waar, wat niet, wat van mijzelf, wat van horen zeggen? Mensen kunnen goed nadenken, maar nog veel beter napraten. Mimesis, nabootsing, is noodzakelijk voor de overdracht tussen individuen en van generatie op generatie. Deze grote kracht is ook een grote zwakte. De wetenschap kan door zorgvuldig redeneren en observeren overtuigingen toetsen aan de werkelijkheid en andersom. Dat lijkt mij heel zinvol.

Maar dat was de vraag niet. De vraag was niet of wetenschap zinvol is, maar of het zinvol is dat ik mij als leek, niet-wetenschapper, afvraag hoe wetenschap werkt. Zou ik mijn schaarse vrije tijd en denkcapaciteit niet beter anders kunnen besteden? Tja, wat is zinvol? Wie zal het zeggen? Er is in ieder geval een proces in gang gezet van nog meer vragen, nadenken, formuleren en gesprekken. Informatie, namen, suggesties, artikelen komen naar mij toe. Het eerste boek is al op mijn bureau gelegd. Het domein begint zich voorzichtig af te tekenen.

zondag 3 april 2011

Hoe werkt de wetenschap? 002 Afbakening

Kennis is zo oud als de mensheid. Letterlijk. Wij noemen onszelf Homo Sapiens, omdat wij denken dat ons denken ons het meest onderscheidt van onze voorgangers. Evolutionaire processen gaan heel langzaam en geleidelijk. Om toch een tijdsindicatie te hebben: Homo Sapiens 200.000 jaar. Vaardigheid is ouder. Veel ouder, zo'n dikke factor tien. Homo Habilis 2.500.000 jaar. Dus grofweg 90% vaardigheid, 10% kennis. Ervaring is nog veel ouder, veronderstelbaar voor alle levensvormen met associatie tussen waarneming en gedrag. Sociale cohesie en mimesis (in de zin van nabootsing van gedrag) zijn noodzakelijke voorwaarden om kennis en vaardigheden over te dragen.

Elke vraagstelling behoeft zorgvuldige afbakening. Binnen het enorme gebied van kennis en vaardigheden verdient slechts een heel klein deel de benaming wetenschap. Het vermogen vuur te maken moet voor onze verre voorouders van onschatbare waarde geweest zijn, evenals de inzichten die landbouw en veeteelt mogelijk maakten. Ambachtelijke vaardigheden zijn al duizenden jaren oud. Dat alles noemen wij echter geen wetenschap.

Essentieel is niet alleen het streven (een stukje van) de werkelijkheid te begrijpen, maar ook de manier waarop, de weg waarlangs, meta hodos, de methode. Wij denken, praten, schrijven, en proberen wetmatigheden, oorzaken, gevolgen, en onderliggende wetten te begrijpen. Wij vertellen graag verhalen, maken graag verklarende modellen. Als het onweert is Donar boos. Dan slingert hij zijn hamer naar de aarde. Maar wie zegt dat het Donar is? Misschien is het Wodan wel? En wie weet slingert hij zijn aambeeld? En wie zegt dat hij boos is? Misschien doet hij het wel vanuit een andere emotie, of misschien gewoon voor de lol? Wie weet?

Aristoteles maakt het onderscheid tussen ambachten (artes illiberales, artes mechanicae), en de vrije kunsten, septem artes liberales, onderverdeeld in het trivium: grammatica, retorica, dialectica en het quadrivium: aritmetica, geometrica, astronomia, musica. Dit wordt beschouwd als voorloper van onze wetenschappen.

Descartes introduceert de systematische twijfel. Zowel wat anderen zeggen als de zintuigelijke waarneming dienen voortdurend in twijfel getrokken te worden. Alleen vanuit deze fundamentele onzekerheid kunnen wij tot solide zekerheden komen. Deze grondhouding is de basis van onze moderne wetenschap.

Ongeacht het onderwerp van studie heeft alle wetenschap één heel duidelijk doel: met zo min mogelijk inspanning een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan het totale gebouw van zo betrouwbaar mogelijke kennis over (een stukje van) onze werkelijkheid.

Elke vraagstelling behoeft zorgvuldige afbakening. Het wetenschappelijk gremium bepaalt het curriculum en de onderzoeksagenda. In gewone taal: geleerden bepalen welke voorkennis studenten nodig hebben en welke vragen onderzocht zullen worden. Ook de manier waarop wordt nauwkeurig vastgelegd in onderzoeksvoorstellen.

Stel dat er een database zou zijn van alle nu lopende onderzoeken. Vermoedelijk zou deze gekenmerkt worden door twee opvallende eigenschappen: 1. De enorme hoeveelheid. 2. De grote mate van detail. Over dat laatste wordt vaak lacherig gedaan, maar dat is niet terecht. Het geheel van menselijke kennis is onderverdeeld in vakgebieden, specialisaties, subspecialisaties, hoofdvragen, deelvragen, etc.. Niet omdat wij dol zijn op onbeduidende details, maar omdat het ongelofelijk moeilijk is wetenschappelijk verantwoorde kennis te genereren.

Wetenschap is koorddansen op het allerhoogste cognitieve niveau. Enerzijds dient alle bestaande kennis betwijfeld en getoetst te worden, anderzijds kunnen wij alleen verder bouwen door eerdere resultaten als uitgangspunt te nemen. Vandaar het belang van uiterst strenge methodologie en onderlinge controle.

Hoe werkt de wetenschap? Hoewel de vraag eigenlijk veel te groot is om te stellen zou een eerste antwoord misschien toch kunnen zijn: het doel van alle wetenschap is het genereren van betrouwbare kennis. Dit kan alleen bereikt worden door een fijnmazige opsplitsing in vakgebieden en specialisaties, en een zorgvuldig proces van vraagstelling, afbakening, strenge methodologie en onderlinge controle.

Het denkende wezen mens probeert zijn omgeving en zichzelf te begrijpen. Alle wetenschap neemt op zo zorgvuldig mogelijke wijze een stukje voor zijn rekening van de vragen die wij vanuit de aard van ons denken altijd zullen stellen. Deze vragen gaan over alles, inclusief onszelf, inclusief ons denken. Samenvattend draait alles echter om één vraag: hoe werkt de werkelijkheid?

zondag 27 maart 2011

Hoe werkt de wetenschap? 001 Vraagstelling

Wat is wetenschap? Vermetele vraag, maar ik zou daar graag meer over willen weten. De kunstjes, handigheidjes, praktijk, geschiedenis, tradities, etc. Hoe werkt het wetenschappelijk bedrijf? Hoe werkt de kennisindustrie? Maar vooral de kern van de zaak: wat IS wetenschap? Wat is het niet? Wat doet het wel? Wat doet het niet? Wat maakt een uitspraak, redenering, betoog, publicatie, onderzoek, wetenschappelijk solide? Hoe groeit het wetenschappelijk bouwwerk? Hoe past het zich aan aan nieuwe inzichten? Welke inzichten zijn welkom, welke niet? Is er een vlijmscherpe scheidslijn of is deze diffuus?

Stel, wij stellen een groot aantal mensen de volgende vraag:

Albert Einstein is een:
A. Heel groot geleerde
B. Groot geleerde
C. Gemiddeld geleerde
D. Klein geleerde
E. Prutser

Vermoedelijk zullen de meeste mensen, ikzelf incluis, kiezen voor antwoord A: "Een heel groot geleerde"? Maar hoe weten wij dat? Wie van ons kan dit beoordelen? Wie heeft de Algemene Relativiteitstheorie überhaupt gelezen? Ik ooit, echt waar, 30 pagina's, werkelijk geen letter van begrepen. Lijkt mij overigens geen valide criterium. Er zijn wel een paar mensen die het wel begrijpen. Als zij zeggen dat het geniaal is nemen wij dat graag van hen aan. Ieder zijn vakgebied.

Wetenschap is pas wetenschap als wetenschappers zeggen dat het wetenschap is. Ik denk dat wij daar rustig op kunnen vertrouwen. Er is zeer strenge onderlinge controle, er zijn duidelijke criteria. Maar welke zijn dit? Wat is de checklist? Meer dan ooit is informatie voor iedereen toegankelijk. Des te belangrijker om kaf van koren te kunnen scheiden? Het aantal vakgebieden blijft groeien. Kennislogistiek wordt steeds fijnmaziger. Zijn wij straks allemaal specialist op een onderwerp waar verder niemand iets van begrijpt?

Hoe werkt de wetenschap? Vanwaar deze vraag? Nieuwsgierigheid. Door mijn dagelijks werk en Internet kom ik steeds vaker in aanraking met publicaties, lezingen, discussies, e.d., die ik soms kan volgen, soms een beetje, soms helemaal niet. Ik geef het eerlijk toe: zelf zou ik geen logisch betoog op kunnen bouwen. Met kunst en poëzie heb ik wat dit betreft helaas op het verkeerde paard gewed. Spijtoptant? Voortschrijdend inzicht? Hoe dan ook, het lijkt mij nu waardevol om kennis op waarde te kunnen taxeren.

Als ik opnieuw zou kunnen beginnen zou ik graag professor worden. Heeft wellicht te maken met hoe ik nu denk dat de wereld in elkaar zit? Tijdens mijn studietijd moest en zou ik naar de Kunstacademie, en dat is ook gebeurd. Veel van geleerd, maar niet logisch denken. Zou daar nog iets aan te doen zijn? Eerste reactie van mensen om mij heen: dan moet je naar de Universiteit. Helaas ontbreekt de tijd hiervoor, en het lijkt mij ook een beetje aan de late kant. Bovendien bestaat bij mijn weten de juiste studierichting nog niet. Ik zou namelijk het liefst Professor In Alles willen worden.

Zoals u ziet, aan fantasie geen gebrek. Dat is dan weer het voordeel. Maakt u zich echter geen zorgen: ik ben mij hier volledig van bewust. Graag citeer ik Salvador Dali, die bij voorkeur over zichzelf in de derde persoon sprak: "Het verschil tussen Dali en een gek is dat Dali niet gek is". Verder is er overigens geen overeenkomst.

Vragen staat vrij. Het is toch goed om vragen te stellen? Zo heb ik het althans geleerd. Het sturend mechanisme achter onze waarneming: RAS, Reticular Activating System. Als je een auto of huis zoekt zie je opeens overal auto's of huizen te koop. Hoe wetenschappelijk dit is kan ik niet beoordelen, maar wie kent dit principe niet?

Zou ik logisch kunnen leren denken? Zou ik wetenschappelijk kunnen leren redeneren? Zonder universitaire studie? Omringd door wetenschappers lijken de omstandigheden mij aardig ideaal. Wat doen, wat laten? Hoe ver kan je komen met Google "and a little help from my friends"?

Begrijpelijk wie zegt: schoenmaker, hou je bij je leest. Ter info: dit IS mijn leest. Sowieso het onbevangen vragen stellen. Maar ook de omgeving. Nu tien jaar werkzaam bij een wetenschappelijk instituut, weliswaar in een ondersteunende functie, lijkt mij dat elke centimeter inzicht in deze vraag mijn dagelijks werk ten goede zou kunnen komen?

zondag 20 maart 2011

De ene tweet is de andere niet

Ik was niet van plan mijzelf op te werpen als tipgever. Onderstaande wilde ik echter op een rijtje zetten voor een kennis die net begonnen is met Twitter. Gesneden koek voor ervaren gebruikers, maar voor nieuwkomers is het vaak allemaal abacadabra. In plaats van een email zet ik het maar even in een blogje, dan heeft een ander er misschien ook nog iets aan.

Gewone tweet 140 tekens. Inhoud mag je zelf bepalen. Van heel zakelijk tot heel privé. Er is geen recept. Iedereen zal met zichzelf en omgeving een eigen draai moeten zien te vinden. Spam wordt niet op prijs gesteld.

Lange tweet Als je een keer écht niet genoeg hebt aan 140 tekens kan je bijvoorbeeld twitlonger gebruiken.

Foto Een foto (met bijschrift) kan je plaatsen met bijvoorbeeld twitpic. Toont ook het aantal views.

Hashtag Een #hekje werkt als zoekterm. Klik je erop dan zie je alle tweets met #hekje. (Ook van mensen die je niet volgt.) Werkt goed bij actualiteiten, congressen, TV-programma's, etc. Een handige nederlandse hashtag is #durftevragen of #dtv. Hiermee bereikt je vraag veel meer mensen dan alleen je eigen volgers. Ook worden #hashtags wel gebruikt om een emotie of bijgedachte uit te drukken, bv #hebikweer, #huishoudtweet, #stopdetijd, #fail, etc.

Verwijstweet Je kan naar alles op internet verwijzen. Omdat je maar 140 tekens hebt is het handig om een URL-shortener te gebruken, bijvoorbeeld bit.ly. Toont ook statistieken.

Gewone RT Als je op "Retweet" klikt wordt een bericht ongewijzigd doorgestuurd naar jouw volgers.

Bewerkte RT Soms wil je een bericht wel doorsturen, maar er iets aan toevoegen of weghalen. Copy, paste, "RT @" toevoegen. Wel oorspronkelijke bericht zoveel mogelijk intact laten!

Via Soms wil je een verwijzing doorsturen, maar er helemaal je eigen tekst bij zetten. Het is altijd netjes om de bron te vermelden, bv [via @hiernu]

Mention Als je ergens in een tweet iemands naam vermeldt, bv @hiernu ziet diegene het bericht in zijn "mentions". Dus ook als hij/zij jou niet volgt! Als je wilt dat ook al je volgers het bericht zien gebruik je een mention. Anders beter een reply.

Reply @hiernu Als je op "reply" klikt, of een tweet met iemands naam begint verschijnt deze alleen in diens timeline en bij jullie gemeenschappelijke volgers. Een reply is dus iets discreter dan een mention. Wel is het bericht voor iedereen te zien die naar jouw timeline gaat.

CC Je kan meerdere mentions in een tweet zetten, bv @Jan @Piet @Kees. Als een bericht echter vooral bedoeld is voor Jan, maar je wilt ook dat Piet het ziet kan je doen: @Jan cc @Piet.

DM Als je denkt dat een openbaar bericht om zakelijke of persoonlijke redenen voor jou of voor de ander niet wenselijk is kan je beter een Direct Message sturen. Dat kan alleen als iemand jou volgt. En maar één persoon per bericht.

AutoDM Veel accounts sturen automatisch een Direct Message als je ze gaat volgen. Geen aanrader. Als je iemand welkom wilt heten kan je beter een persoonlijk bericht sturen.

Vrienden aanbevelen
#FF Follow Friday
#IAFN ➔ Am Following Now

Berichten (selectief) doorsturen
#IN of #LI Doorsturen naar LinkedIn
#FB Doorsturen naar Facebook
#YAM Doorsturen naar Yammer

Sommige accounts sturen elk bericht automatisch door. Geen aanrader. Elke omgeving heeft zijn eigen dynamiek, deelnemers, ongeschreven regels. Je kan beter per bericht kiezen wat je waar plaatst en eventueel doorstuurt.

Zoeken
search.twitter.com

PS: Nog een handigheidje: als je naar een specifieke tweet wilt verwijzen klik je op de tijdsaanduiding die er onder staat. In adresregel verschijnt URL, bijvoorbeeld: http://twitter.com/hiernu/status/49427532667305984